Voor het koken, zijn er twee soorten vis – zoetwatervis en zoutwatervis. Deze kunnen verder ruwweg onderverdeeld worden in vis met wit vlees en vis dat olieachtig is. Het grootste verschil is dat de olie in de wit of mager vis grotendeels geconcentreerd is in de lever, terwijl bij olieachtige vissen de olie door het vlees heen verdeeld is. Daarom geloven vele mensen dat olieachtige vissen meer voedzaam zijn, hoewel ze een hoger aantal kilojoules bevatten.

De volgende lijst zal je een idee geven van wat voor soort vis je moet kopen.

Zoetwater. De beste zoetwater olieachtige vissen voor het grillen, bakken en pocheren zijn de Atlantische zalm en de regenboogforel. Kabeljauw en baars zijn meer delicate witte vissen, zeer geschikt voor sauteren, pocheren en stomen.

Olieachtig. De beste keuze vis om te grillen, barbecueën en bakken. De olieachtigheid verschilt per vis – meestal geldt: hoe donker het vlees, hoe groter het vetgehalte. De meest populaire olieachtige vissen zijn de Atlantische zalm, regenboogforel, makreel (zilver, wit of gestreept), mul (rood of grijs) en tonijn (blauwe vin).

Wit. Dit is een goede keuze voor het roerbakken, sauteren, roerbakken, frituren, stomen of pocheren. Wees er echter wel bewust van dat wanneer je wilt bakken of grillen, witte vis van uitdroging beschermd moet worden door het te bestrijken of te vullen.

De meest populaire en veelvoorkomende zoetwatervissen zijn tongschar en bot, koningsslangmakreel, zeebaars, poon, kabeljauw, brasem, wijting en geep.